Zo maak jij van jouw tuin een vlinderparadijs
Wie wil er nou niet meer vlinders in de tuin?
We worden allemaal blij van vlinders. Zeker als we er een in onze tuin vinden. Wie wil er nou niet meer vlinders in de tuin? En dat kan heel makkelijk. In deze blog vertellen we hoe je van jouw tuin een echt vlinderparadijs maakt.
Wat heb je nodig voor een vlindertuin?
In Nederland leven wel 2.400 soorten vlinders. 53 daarvan zijn dagvlinders, de rest is vooral ’s nachts actief. Nachtvlinders, beter bekend als motten, zie je vaak ’s avonds rond lampen vliegen. Dit zijn de tien meest voorkomende vlinders in Nederland. Herken jij ze?
Helaas gaat het niet goed met de vlinders in Nederland. Dat komt omdat vlinder leven van nectar in bloemen. En de afgelopen jaren hebben veel bloemenvelden plaats moeten maken voor huizen, wegen, industrie of landbouw. Gelukkig kunnen we de Nederlandse vlinder een handje helpen. Door de stad flink te vergroenen bijvoorbeeld. Om te beginnen in onze eigen tuinen.
Er zijn een paar dingen belangrijk om een fijne plek te creëren voor vlinders. Ze hebben voedsel, beschutting en een fijne overwinteringsplek nodig. En vergeet niet: zonder rupsen geen vlinders. Dus ook de rups moet goed worden verzorgd.
Voedsel voor vlinder en rups
Vlinders leggen hun eitjes op planten waar rupsen graag van eten. Zo’n plant wordt een ‘waardplant’ genoemd. Het verschilt per vlindersoort welke planten dit zijn. Sommige rupsen vinden heel veel planten lekker en anderen zijn van één soort afhankelijk.
Een belangrijke waardplant is de brandnetel. De Atalanta, kleine vos, lust alleen maar brandnetel en ook de Gehakkelde Aurelia en de Dagpauwoog zijn er dol op. Brandnetel zit vol goede voedingsstoffen voor baby-rupsen.
Tip: Boor gaatjes in de bodem van een speciekuip en plant er brandnetels in. Dan trekken ze wel vlinders aan, maar gaan ze niet woekeren in jouw tuin. Er zijn wel 30 soorten vlinders die hun eitjes er op leggen.
Bloemen, nectar en fruit
Vliegen kost energie. Vlinders halen dat uit nectar van bloemen en uit fruit. Vlinders in Nederland eten graag van inheemse planten. Dat zijn planten die van nature in de omgeving voorkomen. Als je meer vlinders in jouw (gevel)tuin wil, is het dus belangrijk dat er veel inheemse planten in staan. Heb je een grasveld in de tuin? Plant dan tussen het gras wat wilde, inheemse kruiden, zoals tijm of koninginnenkruid.
Er zijn ook vlindersoorten die gek zijn op (rottend) fruit. Je kunt dus een oude appel of banaan voor ze neerleggen in de tuin. Let wel op: er zijn ook een heleboel andere dieren die dat lekker vinden.
Warmte en beschutting
Als het hard waait, moeten vlinders ergens kunnen schuilen en uitrusten. Dat doen ze het liefst op warme plekjes in de zon met weinig wind. Een houtstapel, houtwand of ‘rommelhoekje’ in de tuin is daar perfect voor. Of plaats een haag in plaats van een schutting. Bijvoorbeeld van meidoorn, sleedoorn of gele kornoelje. Dat trekt naast vlinders, ook veel vogels aan.
Plek om te overwinteren
Net als mensen, zoeken vlinders in de winter graag beschutting op. Sommige soorten overwinteren in huizen, anderen vinden buiten een comfortabele plek. Snoeihout, plantenresten, dode takjes en bladeren zijn daar perfect voor. Knip dode takken en bloemen dus pas in het voorjaar af.