Duurzaam vervoer: hoe maken we steden slimmer?

Bas Hilckmann weet alles van duurzame steden en slim vervoer. Hij is stedenbouwkundige, geeft les aan de Haagse Hogeschool en helpt gemeenten om hun vervoer schoner, slimmer en prettiger te maken. Want hoe zorgen we ervoor dat iedereen fijn kan wonen, zich makkelijk kan verplaatsen én kan genieten van een groene stad?

De stad van de toekomst

Steeds meer steden maken plannen om vervoer te verbeteren en de stad fijner te maken om in te wonen. Denk aan bredere stoepen en fietspaden, minder parkeerplekken voor auto's, meer P+R-terreinen en goed openbaar vervoer. In nieuwe wijken komen deze dingen er vaak meteen. Zo kunnen bewoners vanaf het begin makkelijk kiezen voor duurzamer vervoer.

Wat is een 15-minutenstad?

Veel steden willen een "15-minutenstad" worden. Dat betekent: alles wat je nodig hebt – school, werk, winkels, sport, zorg – binnen een kwartier bereikbaar, het liefst lopend of fietsend. Daardoor hoef je minder vaak de auto te pakken, wat weer helpt tegen files, parkeerdruk en vieze lucht. Bovendien maakt het je dagelijks leven een stuk makkelijker.

Deelauto’s: handig en ruimtebesparend

Een deelauto kan voor veel mensen een goed alternatief zijn voor een eigen auto. Zeker in een stad als Den Haag, waar openbaar vervoer, fietsen en lopen vaak prima opties zijn. De meeste auto’s staan 95% van de tijd stil. Dat kost veel geld en neemt veel ruimte in.

Want die parkeerplekken kun je ook gebruiken voor iets leukers: een groen plein, een speeltuin of meer plek om te lopen en mensen te zien. Minder auto’s betekent een stad die groener, rustiger en aantrekkelijker oogt.

Niet iedereen kan zonder auto

Dat snappen we ook. Sommige mensen hebben de auto echt nodig, bijvoorbeeld voor werk op plekken waar nauwelijks openbaar vervoer komt. Daarom is het belangrijk dat mensen kunnen kiezen: deelvervoer, beter OV, fietsen of toch de privéauto. Het is belangrijk om dat goed te regelen, zodat iedereen mee kan doen.

Samen maken we Den Haag duurzaam

Als we steden fijn willen houden om in te wonen, ook in de toekomst, moeten we anders omgaan met vervoer. Minder auto's op straat, meer ruimte voor mensen. Dat vraagt om slimme keuzes, ook van gemeenten. Den Haag zet hier al flinke stappen in – en daar moeten we vooral mee doorgaan. Niet alles hoeft morgen af, maar het begint met een goed plan én samenwerken.